Details:
Voertuig met Belgische papieren, geïmporteerd
Gegeerde vooraangescharnierde editie met acht bouten (8 bulloni), slechts geproduceerd gedurende een tiental maanden
Goed onderhouden, bovendien érg onderhoudsvriendelijke oldtimer
Veelzijdige oldtimer
De Fiat 500 Nuova wordt in 1957 voorgesteld. Het is de opvolger van de voor- en naoorlogse Fiat Topolino en belooft met zijn schattige ontwerp eerst de Italiaanse steden te veroveren, en daarna de wereld. De 500 Nuova was zo’n succes dat Fiat beslist om een hommage te brengen aan de wagen, dat doet het met een nieuw gelijknamig succesverhaal in de 21e eeuw.
Dante Giacosa is de doorwinterd ontwerper die de Fiat 500 Nuova op zijn palmares mag schrijven. Hij was hoofdontwerper voor Fiat en bijgevolg ook de man die het hele Fiat 500 Nuova-idee opperde. Het Italiaanse volk had volgens hem nood aan een goedkoop en klein stadswagentje dat zich makkelijk een weg kon banen door de kronkelige en nauwe stegen in Italiaanse steden, die bovendien zienderogen groter en dichter bevolkt werden. Fiat was tevens niet de enige met het idee om eigen markt te verzadigen met kleine wagens: Austin kwam met de Mini, Citroën had de 2CV en Renault komt een aantal jaar later met de R4.
In 1957 is het zover, een hele colonne 500’s rijdt de Turijnse Fiat-fabriek uit, met in elk exemplaar een fotomodel achter het stuur. Een erg originele vertoning, voor een nog origineler wagentje. Het volk is enthousiast, hoewel de 500 pas even later echt furore maakt. Initieel werd de 500 als té simplistisch gezien, naast de Fiat 600 als tegenhanger, doch na een aantal kleine verbeteringen groeien de verkoopcijfers exponentieel en blijkt de 500 toch écht een schot in de roos. Fiat beslist het 500-gamma uit te breiden en brengt nieuwe varianten op de markt. Er komt een ‘sportversie’, een bestelwagen-500 en een stationwagen. Ook het sportautomerk Abarth brengt getunede versies van de 500, het boekt zelfs gering succes ermee op het circuit.
De naam ‘500’ is afgeleid van enerzijds het gewicht van de wagen, dat ca. 500 kg bedraagt. In 1960 komt de D-versie van de Fiat 500 op de markt en ook dat brengt een duidelijker verwijzing naar zijn naam met zich mee: de door een Weber-carburator aangevoerde motor van de 500 wordt vergroot van 479 cc naar 499 cc.
Al van het begin valt de Fiat 500 Nuova in de prijzen, in 1959 wint het de designprijs Compasso d’Oro, een prestigieuze Italiaanse designprijs.
In 1975 beslist Fiat om een punt te zetten achter het mooie verhaal van de 500. De vraag en de noden van de markt waren terdege veranderd dat er geen commerciële toekomst was voor de 500. Het totaal aantal verkochte modellen ligt, naar schatting, op ongeveer vier miljoen. In 2007 brengt Fiat om nog een reeks 500 tot leven. Met groot succes wereldwijd worden die modellen, op het moment van schrijven, nog steeds nieuw geleverd. Een einde lijkt er nog niet te komen voor deze schattige klassieker.
Fiat 500 F
Voorheen was de 500 voorzien van zogenaamde ‘suicide doors’, laat de verbeelding gerust spreken. In 1965 brengt Fiat reguliere portieren die vooraan gescharnierd zijn, veel veiliger in een tijdperk zonder veiligheidsgordels. Eerst werden die gemonteerd met acht bouten per deur, later in 1965 met vier bouten en scharnieren. Deze versie werd de 500 F genoemd, naar chronologie, en bleek later de bestverkochte 500.
Een wagen met een hoger koosnaamgehalte bestaat haast niet. De 500 Nuova is uitzonderlijk onderhoudsvriendelijk en een waar restauratie-instapmodel. Ze worden vaak gebruikt als reclamebord, letterlijk, want deze 500 vangt veel bekijks. Een hebbeding voor velen.
Technische gegevens:
Carrosserie
Lengte (cm): 297
Breedte (cm): 132
Hoogte (cm): 132
Wielbasis (cm): 184
Gewicht (kg): 520
Mechaniek
Motor: tweecilinder 499 cc lijnmotor, achterin
Kleppen: 4
Benzine systeem: 1 Weber-carburator
Versnellingsbak: viertraps manueel
Overbrenging: RWD
Links gestuurd
Maximum vermogen: 17 pk (13 kW) bij 4000 t/m
Maximum koppel: 30 Nm bij 3000 t/m
Topsnelheid: 95 km/u